Na het nakijken van de examens vmbo-TL aardrijkskunde heb ik een andere visie op het taalbeleid voor mezelf gevormd en heb ik me voorgenomen om er actief mee aan de slag te gaan in mijn vaklessen. Ik geef verschillende maatschappijvakken m.n. aardrijkskunde en economie en deed voorheen weinig met de speerpunten van mijn school uit het taalbeleid en vond dat eigenlijk ook niet passen in mijn vaklessen, behalve dan dat ik taalfouten markeer op het door leerlingen gemaakte werk.
Ik ben zelf geen lezer en heb weinig gevoel voor taal volgens mij en ik snap leerlingen als ze het belang van het taalbeleid ook niet zien. Ze lezen immers genoeg op hun mobiele telefoon en ik vond het niet mijn taak om ze actief met taal bezig te laten zijn in mijn les.
Maar na het nakijken van het laatste examen aardrijkskunde denk ik daar anders over. Taalvaardig blijkt heel belangrijk te zijn voor het halen van bijvoorbeeld een examen als aardrijkskunde. Los van m'n mening over het Cito en hun gestandaardiseerde toetsen, is dat helaas(?) voorlopig wel datgene waar leerlingen op afgerekend worden, dus moeten we daar actiever mee aan de slag. Waarom? Dat werd mij duidelijk adhv het volgende voorbeeld, vraag 3 uit het centraal examen aardrijkskunde voor het vmbo van 2014 en de antwoorden van de leerlingen:
"In Amsterdam vinden we de grootste concentratie hotels in het centrum. Geef een reden waarom in het centrum de grootste concentratie hotels is."
Leerlingen komen massaal met antwoorden als:
- "Daar gaan veel toeristen naar toe."
- "Omdat veel toeristen naar Nederland komen en de grote stad Amsterdam ... maar graag in het centum van Amsterdam overnachten."
- "Omdat dat een druk gebied is waar ook veel toeristen op af komen."
- "Alle toeristen gaan naar Amsterdam dus is er veel vraag naar verblijfsvoorzieningen."
Alles wat leerlingen delen in hun antwoorden staat al in de vraag en is dus zeker geen antwoord op de gestelde vraag. De leerlingen gaan volledig voorbij aan het feit dat er niet gevraagd wordt naar waarom Amsterdam, maar dat er gevraagd wordt naar waarom juist het centrum. En dat het over het centrum gaat, dat staat al in de vraag en is dus geen verklaring(!). De vraag is - waarom juist het centrum veel hotels heeft -, vraagt om een antwoord als attracties, bezienswaardigheden en de bereikbaarheid van deze toeristische trekpleisters vanaf het hotel in het centrum. Veel leerlingen scoorden nul punten bij deze vraag.
"Geef de voornaamste reden waarom veel reisbureaus uit het straatbeeld verdwijnen."
- "Alles gaat tegenwoordig bijna via het internet." Ik begrijp wat de leerling bedoelt en zal haar de punten niet ontnemen, maar het op de juiste plek plaatsen van het woord bijna is hier behoorlijk essentieel.
Zo kan ik nog wel een aantal voorbeelden geven van vragen uit het examen aardrijkskunde, die leerlingen slecht gemaakt hebben, simpelweg omdat ze slecht lezen en maar wat zeggen in hun antwoord. De hebben de klok horen luiden, weten niet waar de klepel hangt en denken tegelijkertijd wel het antwoord te weten op de vraag. En omdat we leerlingen voorlopig nog trainen op het juist beantwoorden van vragen gemaakt door het Cito, moet ook ik dus iets met het taalbeleid gaan doen, waar ik nu wel de noodzaak van zie ... U ook?